De werking van een neerslagradar berust op het principe dat een gedeelte van de uitgezonden elektromagnetische straling door neerslagdeeltjes wordt teruggekaatst en weer in de radarinstallatie wordt opgevangen. De sterkte van de terugontvangen elektromagnetische straling is een maat voor de neerslagintensiteit. Het tijdverschil tussen het uitzenden en het ontvangen is een maat voor de plaats van de neerslag. Elke vijf minuten wordt uit de waarnemingen van de beide neerslagradars een beeld samengesteld. De neerslag wordt in een neerslagbeeld weergegeven met een aantal kleuren, die een indicatie zijn voor de neerslagintensiteit. Je ziet hier dus geen wolken. Door de neerslagbeelden achter elkaar te presenteren kan een indruk worden verkregen omtrent de ontwikkeling van de neerslag, intensiteitsverandering, trekrichting en treksnelheid. Bron: KNMI |